6 november 2020
Symposium Gedragsneurologie van het kind in ontwikkeling
Het najaarssymposium Kinderpsychiatrie en Neuropsychologie wordt georganiseerd ter gelegenheid van de heruitgave van het handboek Gedragsneurologie van het kind (2020, C. Njiokiktjien).
In 2004 publiceerde dr. Charles Njiokiktjien Gedragsneurologie van het kind, handboek voor neuropsychologie, neurologie en psychiatrie, waarin hij de belangrijkste inzichten van de 20e eeuw beschreef. Gedragsneurologie van het kind is geheel herschreven met het doel de zoektocht naar up-to-date kennis te vergemakkelijken.
Deze lijvige monografie (1100 bladzijden en ca. 3600 referenties) heeft een hybride aard; naast de ontwikkelingsstoornissen kan men veel andere klinisch nuttige neuropsychologische onderwerpen vinden.
De vraag in het boek en tijdens het symposium is: Is kennis van de neurale dimensies en de fundering van functies en hun stoornissen relevant voor het klinische werk? Tijdens het symposium wordt hierop ingegaan. Daarbij komen wetenschappelijke inzichten omtrent ontwikkeling en ontwikkelingsstoornissen bij jonge kinderen aan de orde met relevantie voor diagnostiek en behandeling. Het belooft een boeiend symposium te worden onder voorzitterschap van klinisch neuropsycholoog Ron Hijman Phd en met toonaangevende sprekers uit de werkvelden psychiatrie, neurologie en (neuro)psychologie.
Behalve een dag vol interessante sprekers krijgt elke deelnemer van het congres ook een exemplaar van Gedragsneurologie van het kind (2020, C. Njiokiktjien) mee naar huis.
Schrijf u nu in voor het najaarssymposium!
Programma Najaarssymposium
Het programma is ten opzichte van eerdere berichtgeving enigszins aangepast om de behoeftes van digitale deelnemers beter tegemoet te komen.
10.15 | Opening door dagvoorzitter Ron Hijman |
10.20 – 11.05 | Wat is gedragneurologie en wat is de bijdrage aan het kinderpsychiatrisch handelen? Charles Njiokiktjien |
11.05 – 11.50 | De ‘Extended Evolutionary Synthesis’ en de K&J psychiatrie Marcel Schmeets |
11.50 – 12.10 | Koffiepauze |
12.10 – 12.55 | Een breder perspectief op genetische kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren Wouter Staal |
12.55 – 13.40 | Lunch |
13.40 – 13.50 | Eerste intermezzo met pianist Mischa van Tijn |
13.50 – 14.45 | Ontwikkelingsstoornissen: het concept en empirische modellen Jan Buitelaar |
14.45 – 15.05 | Koffiepauze |
15.05 – 15.15 | Tweede intermezzo met pianist Mischa van Tijn |
15.15 – 15.55 | Tans Metamorfoseconcept van motorische en taalontwikkeling Charles Njiokiktjien |
15.55 – 16.40 | Dysfatische ontwikkeling. Casus B, het spectrum en de neuropsychologie van de spraak-taalstoornis in zijn ontwikkeling Ank Verschoor |
16.40 – 17.00 | Samenvatting en plenaire discussie |
Keynotes
Charles Njiokiktjien
Wat is gedragsneurologie en wat is ervan de bijdrage aan het kinderpsychiatrisch handelen aan de hand van het concept van Theory of Body – Charles Njiokiktjien
De gedragsneurologie van het kind is niet primair 19-eeuwse systeemneurologie, maar houdt zich vooral bezig met ontwikkelingsstoornissen die hun basis hebben in gedistribueerde neocorticale en subcorticale netwerken. Een nieuw element is de neurologie van Freuds mentaal apparaat, de fundering van elementaire emotiefuncties (het Id) en de neurale constituering van het Zelf (in Ego en Superego) via o.a. het default mode netwerk. Dit houdt de verwerping in van Descartes’ dualisme evenals het dualistische ‘Wij zijn ons brein’.
Theory of Body is o.a. de neurologisch gestuurde aanzet, via het spiegelneuronsysteem, naar Theory of Mind en laat zien dat de baby zijn leven als groepswezen begint met begrip voor de affectief gestuurde handelingen van de moeder/verzorger, een infant mental health issue.
Het metamorfoseconcept van de spraaktaalontwikkeling – Charles Njiokiktjien
Het metamorfoseconcept van de kinderpsychiater XST Tan houdt een links–rechtsbalans in waarbij de rechterhersenhelft (RH) eerst actief is voor affectief geladen bewegingen die een connectie krijgen met affectief gestuurde woorden en korte zinnen. Zodra de bewegingen en de woorden sequentieel-syntactische structuren worden, is er sprake van praxie en taal, die voor een goede uitvoering de linkerhersenhelft (LH) nodig hebben. Dan slaat de balans om naar de LH en komt de lateralisatie voor taal en praxie op gang. Tan stelt dat er 5 determinanten van de spraaktaalontwikkeling zijn (motoriek, spel, lichamelijk contact, relatie en affect), en dat de RH daarbij exclusief betrokken is. Zijn originele bijdrage is dat volgens hem de motoriek de taal via corpus-callosumfunctie ‘meeneemt’ naar de LH; het lateralisatieproces lijkt dus aanvankelijk een causaal motorisch-linguïstisch proces te zijn. Daarbij ondergaan de callosale neuronen een metamorfose en verandert de neurofysiologie.
Dr. Charles Njiokiktjien is na zijn opleiding tot neuroloog-psychiater gepromoveerd in de evenwichtsfysiologie na onderzoek bij dr. J.B. Baron† (CNRS) te Parijs. Hij werkte 40 jaar als kinderneuroloog in het VUmc en was consulent in de kinderpsychiatrie (Triversum, Alkmaar) en bij het behandelteam van de Stichting Dysphatische Ontwikkeling te Amsterdam. Publicaties: www.suyi.nl. Sinds 2012 is hij werkzaam als auteur en onderzoeker.
Marcel Schmeets
De ‘Extended Evolutionary Synthesis’ en de K&J psychiatrie
Nu het wetenschappelijk bewijs voor de latere psychopathologische effecten van de traumatisering in de vroege jeugd zich opstapelt is het zinvol te bezien wat een en ander in conceptuele zin betekent voor de kinder– en jeugdpsychiatrie.
De ontwikkeling van het individu als ingewikkeld samenspel tussen genetische opmaak en omgevingsinvloeden is een oude notie. Eén aspect van de onderlinge samenhang is de epigenetica, als concept al bekend vanaf het midden van de vorige eeuw. Het belang van epigenetische fenomenen voor de menselijke ontwikkeling wordt pas sinds enkele decennia erkend en kan nu gezien worden als een belangrijke schakel tussen genen en omgeving. Echter, epigenetica is niet slechts een uitbreiding van het genetisch denken.
Integendeel, naast andere ontwikkelingen in de biologie heeft de epigenetica ertoe geleid dat de huidig gangbare wijze waarop de evolutie wordt gezien, bekend als de Moderne Synthese, onder vuur ligt
In deze lezing zal worden ingegaan op een voor invloedrijke hedendaagse wetenschappers noodzakelijk geachte uitbreiding en ook herziening van de evolutionaire theorie, inmiddels bekend onder de naam Extended Evolutionary Synthesis (EES). Deze EES ruimt expliciet een plaats in voor de invloed van de ouders op de ontwikkeling van het individu. En, hoewel niet zonder tegenstand, verklaart de EES hoe de individuele ontwikkeling niet slechts een gevolg is van de evolutie, maar dat deze individuele ontwikkeling zelf de evolutie mede bepaalt. Vanaf het moment in de evolutie dat er meercelligheid ontstaat wordt differentiatie en dus ontwikkeling mogelijk, en vanaf dat moment is er meer dan louter genetische overerving.
Vertaald voor ons vak betekent een en ander dat de wijze waarop de ouders, onder andere met hun gedrag, de omgeving van het kind beïnvloeden, bepalend is voor de ontwikkeling van het kind, zowel in functionele zin, als in structurele zin, en dat deze ontwikkeling door inbedding in mechanismen van zogenaamde extra-genetische overerving, voor transgenerationele overdracht, van o.a. psychopathologie, zorgt. Emotieregulatie, ‘affective neuroscience’ in tegenstelling tot ‘cognitive neuroscience’, blijkt hierin cruciaal.
In ons vak, de kinder- en jeugdpsychiatrie, is vanuit de klinische positie heel goed zichtbaar dat er meer onder de zon is dan louter genen. De EES ondersteunt krachtig deze klinische notie.
Drs. Marcel Schmeets is psychiater en werkt zowel met volwassenen als met kinderen. Hij is psychoanalyticus, psychotherapeut en kinder- en jeugdpsychotherapeut. Zijn specialiteit is diagnostiek bij jonge kinderen en adolescenten. Marcel doet vooral langer durende behandelingen. Hij is lid van NVvP, NPG, NvPP (supervisor), VKJP (supervisor), DAIMH (medeoprichter), EPF, IPA, NPSA, NVNPSA (medeoprichter) en VUP.
Wouter Staal
Een breder perspectief op genetische kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren
Er is toenemende evidentie dat psychische kwetsbaarheid per individu sterk kan verschillen. Kwetsbaarheid kan vanuit meerdere niveaus bestudeerd worden en integratie van deze niveaus, in de wetenschap ook wel “multiscaling neuroscience” genoemd, is van groot belang om te begrijpen hoe kwetsbaarheid zich verhoudt tot het daadwerkelijk ontwikkelen van een stoornis. Genetische risicofactoren zijn voor het merendeel van de populatie aspecifiek voor een psychiatrische stoornis. Voor een kleine kwetsbare groep zijn ze echter zeer bepalend en geven ze aanleiding tot specifieke klachten die reeds op vroege kinderleeftijd zichtbaar worden. Gerichte interventies kunnen ontwikkeld worden door cohorten te bestuderen waarbij specifieke genetische defecten zijn gevonden.
Prof. dr. Wouter Staal is hoogleraar klinische kinder- en jeugdpsychiatrie aan het Radboudumc Nijmegen en bijzonder hoogleraar op het gebied van autisme aan de faculteit sociale wetenschappen te Leiden. Hij is daarnaast voorzitter van de wetenschappelijke adviesraad van het kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en ambassadeur voor de patiëntenverenigingen NVA en Balans.
Jan Buitelaar
Ontwikkelingsstoornissen: het concept en empirische modellen
Ontwikkelingsstoornissen zijn een verzameling of familie van syndromen met gemeenschappelijke kenmerken. Deze kenmerken zijn dat 1) symptomen vroeg in het leven, vaak in de eerste jaren na de geboorte, zichtbaar worden, 2) er sprake is van sterk variabele expressie, 3) er sprake is van sterke heterogeniteit op diverse niveaus (klinisch beeld, etiologie, neurobiologie), 4) multipele ontwikkelingsdomeinen zijn aangedaan, 5) er vaak sprake is van comorbiditeit met andere aandoeningen, 6) er sterke overlap is van de ontwikkelingsstoornissen onderling, 7) er gemeenschappelijke oorzaken zijn voor de verschillende stoornissen waarbij in de meeste gevallen de etiologie multifactorieel is, 8) het beloop doorgaans chronisch persistent is, 9) de symptomen wel deels leeftijdsafhankelijk zijn, en 10) de diagnostische drempel arbitrair is en een dimensionele benadering goed bruikbaar is.
Het complex van etiologische factoren omvat een combinatie van 1) veelvoorkomende genetische varianten (common genes), 2) zeldzame genetische varianten met sterke effecten, en 3) biologische omgevingsfactoren (zoals pre- en perinatale problemen, en vroege maternale immuunactivatie). Dit complex van factoren leidt tot vroege verstoringen van de ontwikkeling van de hersenen in de foetale en postnatale fase. Verstoringen van de balans tussen excitatoire (glutamaat) en inhiberende (GABA) neurotransmittersystemen zijn waarschijnlijk een ‘final common pathway’
Prof. dr. Jan Buitelaar is hoogleraar psychiatrie en kinder- en jeugdpsychiatrie, verbonden aan het Radboudumc Nijmegen. Hij is verbonden aan het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour en bestuursvoorzitter van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Buitelaar leidt onderzoeksprojecten bij kinderen, adolescenten en volwassenen met ADHD, autisme, agressief gedrag en stemmingsproblemen. Hij houdt zich bezig met fundamenteel onderzoek naar de rol van hersenen en genen bij psychiatrische aandoeningen, maar ook met toegepast onderzoek. Hij heeft vele publicaties, onderzoeksbeurzen en prijzen op zijn naam staan. Daarnaast vervult hij nevenfuncties binnen adviesraden, kenniscentra en netwerken binnen de kinderpsychiatrie.
Ank Verschoor
Dysfatische ontwikkeling. Casus B, het spectrum en de neuropsychologie van de spraak-taalstoornis in zijn ontwikkeling
De lezing beschrijft en brengt de dysfatische ontwikkeling in beeld van de jongen B, het daarin veranderende klinische beeld van zijn spraaktaal–, leer- en gedragsmoeilijkheden, visueel–ruimtelijke begaafdheid, artistieke en muzikale talenten. Aan de hand van deze ontwikkeling wordt de relatie gelegd met de neuropsychologie, de differentiële (proces)diagnostiek bij deze taalontwikkelingsstoornis (TOS) en o.a. ASS, AD(H)D en met de behandeling.
Drs. Catharina Anna Verschoor (Ank) is klinisch psycholoog, kinder- en jeugdpsycholoog specialist en was voorheen ergotherapeut. Ze is sinds 25 jaar praktiserend in de klinische neuropsychologie bij het team van de praktijk van de Stichting Dysphatische Ontwikkeling en de psychologiepraktijk Ebbinge & Verschoor. Ze is coauteur van kinderneuropsychologische publicaties in langdurige samenwerking met Charles Njiokiktjien.
Praktische informatie
Hybride symposium
Het symposium van 2020 wordt vanwege de coronamaatregelen een hybride symposium. U kunt dus zowel fysiek als digitaal deelnemen aan dit congres. De zaal zit met 30 fysieke aanmeldingen helaas al vol. We hebben echter een fantastische livestream partner in de arm genomen die voor u het symposium zal verslaan alsof u in de zaal zit.
Tarieven
Fysieke deelname | € 265 |
Digitale deelname | € 235 |
Het handboek is bij de symposiumbijdrage inbegrepen en wordt in geval van digitale deelname na het symposium toegezonden.
Tot eind tot eind november is €50,- de introductieprijs van het handboek voor hen die niet kunnen deelnemen. U kunt zich hiervoor vrijblijvend inschrijven via info@suyi.nl onder vermelding van uw naam en postadres.
Locatie
Het symposium is een hybride symposium, dat betekent dat zowel fysieke als digitale interactieve deelname mogelijk is. Het symposium vindt plaats in het Compagnietheater.
Kloveniersburgwal 50
1012 CX Amsterdam
Accreditatie
NVvP | 5 punten |
FGzPt | 6 punten |
NIP/NVO K&J/SKJ | In aanvraag |
NVN | 5 punten |
NVK | 5 punten |
Aanmelden
Vanaf nu is het mogelijk om u in te schrijven voor het symposium. Het aantal fysieke deelnames is beperkt, dus als u het congres wilt meemaken vanuit het Compagnietheater, schrijf u dan snel in!
Klik hier om naar het aanmeldformulier te gaan.
Voorwaarden & annuleren
Het Symposium Gedragsneurologie van het kind in ontwikkeling is vrijgesteld van btw. Het symposium wordt georganiseerd door ZonderZorg. Voor dit congres gelden de algemene voorwaarden van ZonderZorg.